Regie stopt niet bij de binnenstad: waarom scherp detailhandelsbeleid nú nodig is

Binnensteden veranderen razendsnel. Winkels maken plaats voor woningen, horeca en cultuur. Mooi, maar zonder scherpe keuzes verliest een stad haar kloppende hart. Want detailhandel houdt centra levendig en aantrekkelijk. Waarom juist nú sterk detailhandelsbeleid nodig is? We spraken hierover met Martijn Exterkate van Stec Groep.
Waarom is een sterk en actueel detailhandelsbeleid onmisbaar, juist in een tijd van functieverbreding van binnensteden en winkelgebieden?
Functieverbreding – meer wonen, werken, leisure en cultuur – is meer dan welkom, maar winkels en horeca zijn dé publiekstrekkers. Zonder duidelijke ruimtelijke keuzes ontstaat versnippering, leegstand en een verlies aan identiteit.
Actueel detailhandelsbeleid helpt om centra economisch vitaal te houden en ruimte te bieden voor vernieuwing. Die regie stopt niet bij de binnenstad. Kijk naar de groei van nevenassortiment bij tuincentra en supermarkten. Op goedkopere locaties bieden ze een vergelijkbaar assortiment. Begrijpelijk vanuit de retailer, maar het creëert een ongelijk speelveld. Ook sport-, elektronica- en speelgoedwinkels openen vaker in de periferie. In kleine dorpen staat de supermarkt op omvallen, terwijl in de nabijgelegen kernen supermarkten steeds groter mogen.
Het vraagt om moed en visie van gemeenten om hierin verstandige keuzes te maken. Neem bijvoorbeeld Nijmegen. Die maakte de keuze om Decathlon niet in de periferie te faciliteren. Daardoor is Decathlon nu een publiekstrekker midden in de binnenstad.
Hoe kijk jij naar de manier waarop detailhandel en winkelgebieden worden meegenomen in omgevingsvisies? Worden daar voldoende scherpe keuzes gemaakt?
Detailhandel en winkelgebieden raken snel ondergesneeuwd tussen alle thema’s in een Omgevingsvisie. Een stad zonder kloppend hart leeft niet. De binnenstad en het dorpscentrum zijn dat hart. Dit raakt alles – van economie tot gemeenschapszin en identiteit. Toch zie ik dit in Omgevingsvisies onvoldoende terugkomen.
Het is belangrijk dat de Omgevingsvisie duidelijke kaders biedt: waar wil je welke detailhandel, waar komen extra voorzieningen vanwege de woningbouwopgave, en welke straten of winkelgebieden transformeren we? Alleen dan ontstaat er mandaat voor uitvoering. Dit kun je vervolgens uitwerken in detailhandelsbeleid, horecavisie of een programma binnenstad – samen met ondernemers en vastgoedeigenaren. Die samenwerking kun je nauwelijks organiseren onder een omvangrijke Omgevingsvisie.
Er is ook een belangrijke link met het Omgevingsplan. Veel gemeenten werken daar nu aan. Het momentum om detailhandelsbeleid te maken en daarna uit te voeren is nú.
Jullie werken in veel verschillende gemeenten. Welke trends en verschillen vallen je op als het gaat om het detailhandelsbeleid en centrumontwikkeling?
Wij werken voor grote steden, middelgrote centra en dorpen. Van binnensteden tot wijkwinkelcentra. Die dynamiek is totaal verschillend. Wat opvalt: het denken over retail blijft vaak hangen in het negatieve beeld van de jaren ’10, met veel faillissementen en forse online groei. Maar de realiteit is veranderd. De winkelmarkt heeft zich grotendeels gecorrigeerd en online bereikt voorzichtig een plafond. Sommige formules willen juist uitbreiden of grotere winkels, discount en tweedehands winkelen bloeit, en veel lokale ondernemers laten zien dat het anders kan.
Door dalende huren ontstaat een nieuwe dynamiek in centra. Diensten, ambachten, sport, werk- en zorgfuncties vullen leegstand op. Toch zijn er nog genoeg middelgrote centra met te hoge leegstand en dorpscentra waar de supermarkt lastig kan overleven. Ook maak ik me zorgen over opvolging van lokale winkeliers. En monocultuur – zoals veel kappers en afhaalhoreca in één straat – vraagt om meer sturing. Dat kan overigens ook gewoon. Maar dan moet je die keuzes wel durven maken.
Toch ben ik optimistisch. Ruimtegebrek op alle fronten dwingt ons om functies slimmer te verdelen en winkelgebieden kunnen veel functies opvangen. Er is bijvoorbeeld zo’n potentieel aan consumentenfuncties buiten de winkelgebieden, zoals op bedrijventerreinen. En voor nieuwe inwoners zijn extra voorzieningen nodig.
Dit alles vraagt om ambitieus beleid en een lange adem in de uitvoering. Gemeenten die hier nu op inzetten, gaan hier echt vruchten van plukken. Het detailhandelsbeleid van Arnhem is een heel mooi voorbeeld, daar worden stevige keuzes gemaakt en deze direct vertaald in het Omgevingsplan.

Hoe kijk je als inwoner én professional naar het detailhandelsbeleid in je eigen gemeente?
Zutphen heeft als Hanzestad een prachtige historische binnenstad, met veel winkels, horeca en een sterke regiofunctie. Zutphen zet goed in op het zichtbaar maken van die kwaliteiten.
Mijn zorg? Het tempo van transformatie naar woningen in aanloopstraten. Zutphen heeft weinig leegstand, dus wees voorzichtig met plekken waar ruimte is voor functies die publiek trekken. Vaak zorgt lagere huur ook weer voor een nieuwe dynamiek. We weten allemaal: wonen in de plint zorgt al snel voor minder bestaansrecht voor ondernemers. Ook zie ik detailhandel in wijken die beter in de binnenstad zouden passen. Daar mag steviger op gestuurd worden.
Wat ik heel positief vind is de wisselwerking tussen detailhandel en horeca. Vanuit Stec Groep werk ik nu aan de horecavisie voor Zutphen. Daar zetten we in op kwaliteit, diversiteit en het benutten van de potentie van pleinen, routes en hoekpanden. Zutphense horecaondernemers onderstrepen het belang van sterke detailhandel voor hun eigen succes. Soms betekent dat meer ruimte voor ondergeschikte horeca in winkels – en dat is een kans om beide sectoren te versterken.
Stec Groep is kennispartner van DNWS. Wat is jullie motivatie hiervoor, en wat willen jullie als organisatie uit deze samenwerking halen?
Onze motivatie is simpel: we willen bijdragen aan vitale, toekomstbestendige centra. DNWS is hét platform dat kennisdeling en samenwerking stimuleert, precies wat nodig is. Voor ons is het een kans om inzichten uit onderzoek en praktijk te delen én om te leren van andere partners en gemeenten. Zo versterken we samen de kwaliteit van beleid en uitvoering.
Als laatste, welke tips heb je voor ondernemers, vastgoedeigenaren en centrummanagers om invloed te hebben op detailhandelsbeleid?
Ondernemers, vastgoedeigenaren en centrummanagers hebben in potentie veel invloed op het detailhandelsbeleid, maar alleen als ze die invloed goed weten te benutten. Dat begint met timing: wacht niet tot het beleid er ligt, maar haak vroeg aan in gesprekken over visie en uitvoering. Breng feiten in, denk mee in scenario’s en laat zien dat je verder kijkt dan je eigen belang. Beantwoord samen eerst de vraag: wat is belangrijk voor een vitaal centrum? En pas daarna: wat betekent dit voor mijn onderneming? Gemeenten waarderen partijen die meedenken vanuit een gezamenlijk belang. Zo word je een volwaardig gesprekspartner. En misschien wel het belangrijkste: zoek elkaar op. Door krachten te bundelen in een vereniging of centrummanagement word je stem sterker en je boodschap overtuigender – ook richting de politiek.
