Bezoekerstellingen centrumgebieden – handreiking telmethodes
In 2024 maakte DNWS een inventarisatie van methodes en dataleveranciers om bezoekersaantallen te monitoren. Daarvan brachten we de specificaties in beeld en we zochten uit welke methode voor welk doel geschikt is. De resultaten beschreven we in een notitie die voor deelnemers van DWNS te downloaden is. Je leest nu de samenvatting van deze notitie waarmee je een eerste stap kunt zetten in de oriëntatie op telmethodes. Voor meer informatie adviseren wij je de volledige notitie te raadplegen of contact op te nemen met een van de specialisten op dit thema bij DNWS.
We zijn met de werkgroep Data van start gegaan in een 3-tal gebieden met hulp bij duiding van data.
- In Roermond wordt al met een bezoekerstelsysteem gewerkt, maar deze geeft niet een compleet beeld en heeft ook geen eenvoudig dashboard. Daar gaan we mee helpen.
- In Gouda is data beschikbaar, maar er is nog geen eenvoudig dashboard en er is nog geen actieve duiding van data. Ook hier gaan we mee aan de slag
- In Wassenaar is nog geen bezoekerstelsysteem gekozen. Daar gaan we mee helpen.
Klik hier om mee te lezen over de ‘Werkgroep Data’.
Soorten telmethodes
Om een beeld te krijgen bij de werking van de verschillende telmethodes, geven we daarvan in de notitie een beschrijving. Onderstaand overzicht biedt daarvan een samenvatting. In de bijlage van de (volledige) notitie wordt bovendien per methode een aantal mogelijke leveranciers genoemd.

Handmatig
a) Standaard
b) Maatwerk
Veldwerkers staan met een teller/klikker of telapp bij de in- en uitgangen van een winkelgebied (cordontelling) en/of op verschillende locaties binnen het winkelgebied.
a) Voor centrumgebieden is het een laagdrempelige manier om snel en tegen relatief lage kosten, over bezoekersaantallen te beschikken. De telresultaten op het specifieke telmoment zijn vaak nauwkeurig. De onzekerheid zit vooral in de doorvertaling daarvan naar een langere periode.
b) Behalve een standaardrapportage kan een maatwerktelling worden uitgevoerd (waarbij de kosten doorgaans hoger liggen). Vaak wordt de telling dan gecombineerd met een passantenenquête die ook inzicht kan bieden in herkomst, verblijfsduur, bezoekfrequentie, bezoekreden ed.

Smartphone
a) Wi-Fi (in combinatie met sensoren)
b) App-locatie/GPS
a) Met het gebruik van Wi-Fi (waarbij mac-adressen worden geteld door sensoren die daarvoor in het centrumgebied worden opgehangen) zijn veel partijen (vanwege de vermeende privacygevoeligheid van deze methode) terughoudend geworden. Inmiddels hebben de nieuwste versies van de mobiele besturingssystemen iOS en Android MAC-adressen gerandomiseerd waarmee de bescherming van persoonsgegevens is verbeterd.
b) Tegenwoordig wordt steeds vaker gebruik gemaakt van GPS-tracking. Het betreft een laagdrempelige methode doordat er geen hardware voor nodig is in het winkelgebied. Wel is de ervaring dat de nauwkeurigheid van de resultaten afhankelijk is van (een combinatie van) tijdsduur en gebiedsomvang.

Camera’s/sensoren
a) Stereoscopie
b) Lasersensoren
c) IP-camera’s
d) AI-videosensoren
e) Raamsensor
Voor het tellen van bezoekers zijn verschillende camerasystemen op de markt. Deze verschillen in gebruiksmogelijkheden, nauwkeurigheid en kosten.
a) Stereoscopie biedt zeer nauwkeurige tellingen. Deze methode wordt bij voorkeur ingezet op een overdekte locatie. De camera’s hangen boven de bezoekers en gebruiken twee lenzen. Doordat de ogen vanuit een verschillende hoek een object bekijken, ontstaat een samengesteld beeld met een dieptedimensie (3D).
b) Ook lasersensoren bieden zeer nauwkeurige data. Dit betreft de zogenaamde vleermuismethode waarbij een laserstraal via een object (een bezoeker) wordt teruggekaatst. Het ontvangen signaal wordt vervolgens verwerkt om het object te identificeren en te positioneren. Ook kan gebruik worden gemaakt van elektromagnetische golven. Daarbij communiceren sensoren met elkaar en maken op basis van signaalsterkte een inschatting van drukte (dichtheid).
c) Bij IP-camera’s wordt gebruik gemaakt van een beveiligingstechniek waarbij de camera’s niet meebewegen. Privacyniveaus kunnen tot een bepaald niveau worden ingesteld waarmee personen geblurd worden tot streepjes (en dus niet herkenbaar zijn). Vanuit IP-camera’s is het in theorie mogelijk dat eerst een beeld wordt verzonden en de vertaling (naar aantallen) pas daarna plaatsvindt. Dit maakt dat sommige partijen terughoudend zijn met de toepassing van deze techniek. De exacte werkwijze verschilt per leverancier en is ook medebepalend voor de kosten van het systeem. Voor gebruikers is het van belang hierover het gesprek aan te gaan met de leverancier.
d) AI-videosensoren (die in verschillende vormen beschikbaar zijn) vertalen sensorgegevens op basis van artificial intelligence naar nauwkeurige bezoekersaantallen en modaliteiten. Deze vertaling vindt in de camera plaats en maakt dat er geen camerabeelden verzonden worden.
e) Een raamsensor biedt op een laagdrempelige wijze en realtime data over bezoekersaantallen en modaliteiten. De sensor kan worden geplaatst op een willekeurige raam, heeft een geïntegreerde mobiele dataverbinding en onderscheidt modaliteiten o.b.v. de afmeting van passerende objecten.
Behalve van de techniek, zijn de kosten van de verschillende camerasystemen afhankelijk van installatie en onderhoud van de hardware tot het dashboard waarmee de resultaten realtime gedeeld kunnen worden.

Mobiliteitsdata
a) Parkeergarages
b) Bus- en treinreizigers
Ten slotte bieden mobiliteitsdata steeds meer mogelijkheden voor het monitoren van bezoekersaantallen. Hoewel deze methodes veel inzichten kunnen bieden, zijn de toepassingsmogelijkheden voor centrumgebieden beperkter dan de andere beschreven methodes. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat ze vaak niet specifiek ín het centrumgebied bezoekersaantallen registreren. Anderzijds bevinden zich (hierdoor) in de aantallen relatief veel bezoekers die met een ander bezoekdoel de betreffende locaties bezoeken (bewoners, familie- of zakelijk bezoek). De methodes kunnen echter ook voordelen bieden. Zo kunnen data van gemeentelijke parkeergarages binnen- en buitenlandse kentekens onderscheiden. Vanuit de in- en uitcheckdata van een OV-chipkaart (in het ook OV maar ook bij bepaalde fietsparkeergarages) kan inzicht worden geboden in de herkomst van bezoekers.
Het selecteren van een telmethode
Voor partijen die met bezoekersdata aan de slag willen, kan het lastig zijn om een keuze te maken voor een geschikte telmethode. DNWS heeft de verschillende beschikbare methodes beschreven en gespecificeerd naar een aantal kenmerken waarop ze van elkaar verschillen (zie onderstaand overzicht). Deze kenmerken bepalen in belangrijke mate in hoeverre een methode geschikt is in jouw specifieke situatie. De methodes en hun kenmerken hebben we samengevat in een selectietool (beschikbaar op Chainels voor deelnemers van DNWS) die op een eenvoudige wijze richting geeft aan het keuzeproces.
- Toepassing: waarvoor ga ik de data gebruiken?
– Beleid: om (als overheid) over een langere termijn te sturen op het functioneren van het centrumgebied.
– Acquisitie: om de aantrekkelijkheid van het centrumgebied of specifieke locaties daarin, te onderbouwen voor potentiële vestigers.
– Marketing: om het centrumgebied onder de aandacht te brengen van een specifieke doelgroep en de effecten van bijbehorende inspanningen te monitoren.
– Planning van diensten: om efficiënt (op het juiste moment) mensen en middelen in te zetten (bijvoorbeeld personeel, gemeentelijke reiniging).
– Crowd control: om bezoekersstromen te controleren en effecten van inspanningen op dit vlak, te monitoren (bv. t.b.v. veiligheid of verkeerskundige ingrepen). - Inhoud: welke inzichten heb ik nodig?
– Aantal bezoekers: het absolute aantal bezoekers in een centrumgebied of op een specifieke locatie.
– Stromen, richting: hoe bezoekers zich door een centrumgebied bewegen.
– Bezoekfrequentie: de frequentie waarin het centrumgebied wordt bezocht.
– Combinatiebezoek: welk deel van de bezoekers ook andere (delen van) winkelgebieden of locaties bezoekt.
– Verblijfsduur: hoe lang de bezoeker in het centrumgebied verblijft.
– Herkomst: waar de bezoeker vandaan komt (naar plaats of postcode) eventueel in combinatie met bezoekersprofiel.
– Vervoerswijze: of de bezoeker een voetganger, een fietser, een automobilist of een OV-reiziger is. - Budget*: welk budget heb ik beschikbaar? ( * Indicatief en mede afhankelijk van het aantal meetlocaties, abonnementsvorm et cetera.)
– klein (< 10k)
– midden (10-20k)
– hoog (>20k) - Precisie: hoe nauwkeurig moeten de resultaten zijn?
– Hoog
– Midden
– Laag - Frequentie: in welke frequentie wil ik over telgegevens kunnen beschikken?
– Periodiek
– Dagelijks
– Realtime - Gebiedsniveau: op welk gebiedsniveau wil ik de drukte weten?
– Meetlocatie
– Gebiedstotaal - Benchmark: wil ik mijn telresultaten kunnen vergelijken met een benchmark (van andere centrumgebieden)?
– Ja
– Nee - Output: hoe wil ik de telresultaten ontvangen?
– Rapportage
– Databestand
– Dashboard
Duiding van de data
Hoewel data aantrekkelijk gepresenteerd kunnen worden in dashboards (met kaarten, grafieken ed.), zijn deze niet voor iedere doelgroep geschikt om de juiste boodschap over te brengen. Cijfers zijn vaak op verschillende manieren te interpreteren en krijgen pas lading als ze in de juiste context worden geplaatst. Hiervoor kan het nodig zijn om de data periodiek te vertalen naar relevante kennis en informatie voor de doelgroep (zoals ondernemers, citymarketing of de gemeentelijke organisatie). Centrumgebieden kunnen ervoor kiezen om deze vertaling in eigen huis te laten plaatsvinden (door iemand die thuis is in de data en deze weet te vertalen naar kennisbehoefte van de doelgroep) of hiervoor een externe partij inschakelen. Bij DNWS zijn diverse kennispartners aangesloten die hierin een rol kunnen vervullen.
Meer weten?
Wil je meer weten over de verschillende telmethodes en/of het gebruik daarvan?
Neem contact op met een van onderstaande specialisten. Zij helpen je graag verder.
Bekijk ook

Zet jouw centrum op de kaart bij de gemeenteraadsverkiezingen

Centrumpraat de podcast: ondernemersverenigingen 2.0, van passiviteit naar betrokkenheid
