Betrokkenen positiever over transitieproces in centrumgebieden
Toen ik een paar maanden geleden op zoek ging naar een nieuwe kapper in Utrecht, vond ik zeven opties in een straal van 100 meter rond mijn studentenkamer. Nadat de keuze was gemaakt en ik in de kappersstoel zat, duurde het niet lang voor het grote aantal kappers in de Voorstraat ter sprake kwam. De kapper uitte zijn ongenoegen hierover. Een nieuwe, moderne kapperszaak heeft zich kortgeleden aan de overkant van de straat gevestigd, wat voor beide partijen ongunstig is, zo vertelde hij.
Iedereen kijkt anders naar de hoedanigheid van een binnenstad, maar als de inrichting ervan gevolgen heeft op de belangen van mensen – zoals bij een kapper die omzet verliest – merk je dat men kritischer wordt. Wat is het beste voor de binnenstad? Hoe moet de straat worden vormgegeven? Voor mijn afstuderen van de studie Publiek Management aan de Erasmus Universiteit heb ik in opdracht van DNWS onderzoek gedaan naar het verloop van transities van centrumgebieden.
Betrokkenheid en intrinsieke motivatie
Het onderzoek toetst de theorie aan de uitkomsten van interviews met ondernemers, vastgoedeigenaren en medewerkers die betrokken zijn bij het transitieproces in de binnensteden van Alkmaar, Deventer en Hengelo. Dit zijn de belangrijkste uitkomsten:
- Het transitieproces van centrumgebieden wordt over het algemeen positiever ervaren door gemeenten, vastgoedeigenaren en ondernemers die actief betrokken zijn bij een belangenvereniging.
- De voornaamste problemen binnen het transitieproces zijn het bereiken en activeren van vastgoedeigenaren en ondernemers. Daarnaast een ontbrekende of onduidelijke visie van de gemeente met weinig draagvlak onder (een deel van) de vastgoedeigenaren en ondernemers.
- Centrummanagers spelen een belangrijke en verbindende rol in de binnenstad, evenals ondernemers of vastgoedeigenaren die hun collega’s proberen te verbinden, betrekken en informeren.
- Er ontbreekt vaak een gezamenlijke visie op problemen en de aanpak hiervan of deze visie wordt (nog) niet door iedereen gedragen, meestal doordat het voor belanghebbenden moeilijk blijft om zich in elkaars kaders te verplaatsen.
- Naast de financiële belangen voor ondernemers en vastgoedeigenaren, lijkt intrinsieke motivatie de grootste drijfveer om betrokken te zijn bij overleggen en plannen voor centrumgebieden. Het inspelen op deze intrinsieke motivaties kan dus bijdragen aan het verloop van het transitieproces.
Voor een uitgebreider beeld van de uitkomsten is het volledige onderzoek hieronder te downloaden.
Onderling vertrouwen
Wat mij opviel tijdens de gesprekken met ondernemers, vastgoedeigenaren en gemeenten, is dat er veel te winnen valt in de relatie tussen deze partijen. In de meeste gevallen wordt er steeds meer gedaan aan het verbinden van stakeholders in de binnenstad door projecten en nieuwe overlegvormen, maar de mate waarin ondernemers en vastgoedeigenaren het gevoel krijgen dat hun stem er toe doet, verschilt sterk. Daarnaast accepteren de partijen dat niet iedereen tevreden kan zijn met transformaties in de binnenstad.
Vanuit mijn oogpunt kan er vooruitgang worden geboekt in onderling vertrouwen tussen partijen. Onder andere door te kijken naar de manier waarop er gecommuniceerd wordt en met name hoe informatie wordt geïnterpreteerd door ondernemers en vastgoedeigenaren. Ook kan het draagvlak onder deze partijen worden verhoogd door in te spelen op de motivatie om bij te dragen aan het proces van planvorming. Maak het nog aantrekkelijker door te laten blijken dat er ook voor hen winst te behalen is. Laat hun stem horen en laat merken dat belangen daadwerkelijk serieus worden genomen. Pogingen daartoe worden nu al steeds meer zichtbaar in de vorm van evenementen en projecten waarvan de uitkomsten worden geplaatst op platformen zoals Chainels.
Door duidelijkheid te verschaffen over de regelgeving of het gelimiteerde budget waarmee gemeenten en belangenverenigingen werken, door meer duidelijkheid te geven over wat er wordt gedaan met het geld én hoe de keuzes voor bepaalde prioriteiten tot stand zijn gekomen, wordt de kans dat ook de kapper in de Voorstraat meer begrip krijgt voor het bestemmingsbeleid, groter.
Doorlopend leerproces
Wat ik van dit onderzoek heb geleerd, is dat voor het begrijpen van elkaars situatie en kaders er niet één juiste weg is. Maar ook dat door het bij elkaar brengen van belangen geen perfecte situatie kan ontstaan waarbij een eerlijke verdeling is en aan iedereen op gelijke wijze tegemoet kan worden gekomen. Je gaat altijd voor het best haalbare resultaat waarbij aan zoveel mogelijk belangen tegemoet wordt gekomen, maar afhankelijk van de context waarin er wordt samengewerkt en door constante ontwikkelingen zie je dat hierin één oplossing nooit voor de hand ligt. Er moet altijd worden meebewogen met veranderende omstandigheden. Daarom is de rol van bijvoorbeeld centrummanagers of externe organisaties om hierin te blijven begeleiden en nieuwe uitdagingen te herkennen belangrijk.
Mijn toekomstplannen
Na mijn afstuderen, ben ik van plan een mooie reis te maken. Azië trekt mij door de goede ervaringen die ik hier al heb gehad, maar ook Zuid-Amerika is een serieuze optie. Daarna ga ik op zoek naar een nieuwe baan die goed aansluit bij mijn interesses en kwaliteiten. Ik sta ook open voor een traineeship.
Heb je vragen over mijn onderzoek? Stuur dan een mail naar cvbaarsen@hotmail.nl.