De (on)maakbaarheid van de binnenstad

Blik met DNWS-kennispartner Hans van Scheerdijk terug op het DNWS-congres ‘Hoe maakbaar is de binnenstad?’ van 8 juni jl. in Tilburg.

Als ik uitstap op station Tilburg en de contouren van het, in ieder geval bij architecten, geliefde kroepoekdak ontwaar, kan ik een gevoel van nostalgie niet onderdrukken. Aaaah, Tilburg. Een stad die nogal vormend is geweest in mijn ontwikkeling. Waar ik als kind bij mijn opa logeerde, carnaval vierde, Willem II bezocht (“graag een kaartje van vijf gulden voor het kindervak”), met mijn moeder ging winkelen en we boven de V&D gingen lunchen! Het is de stad waar ik later mijn studententijd beleefde, de kroegen en de campus leerde kennen en de stad waar ik volwassen werd. Maar ook: de stad die ik in 2004 als 24-jarige jongwerkende snel de rug toekeerde en verruilde voor Utrecht. Want ja, Tilburg was nu niet bepaald het bruisend middelpunt van Nederland. Eigenlijk best een lelijke stad… en wat was er nu helemaal te doen voor een jongvolwassene?

Terwijl ik de Spoorlaan oversteek vraag ik me af… Hoe zou het nu gaan met ‘mijn’ Tilburg? Ik weet dat er de afgelopen jaren hard aan de weg is getimmerd en dat het Tilburg uit mijn jonge jaren een metamorfose onderging, zodat de binnenstad er misschien wel beter opstaat dan ooit. Hoe heeft Tilburg dat aangepakt? Welke lessen kunnen we daaruit trekken? Hoe maakbaar is de binnenstad nu eigenlijk?

Hoe Tilburg gemaakt werd

De antwoorden op deze vragen krijg ik vandaag, donderdag 8 juni, in Cinecitta, een prachtig gerenoveerde bioscoop middenin Tilburg, waar DNWS het congres ‘Hoe maakbaar is de binnenstad?’ organiseert. De eerste antwoorden komen uit Tilburg zelf. Wethouder Bas van der Pol en Samantha van Rooij (Binnenstadmanagement Tilburg) schetsen de forse opgave waar de stad voor stond en hoe zij, stap voor stap, deze opgaven beetpakten en te lijf gingen. Een beweging die misschien al wel in de jaren ’80 en ‘90 voorzichtig op gang kwam (bijvoorbeeld door de komst van de Hogeschool van de Kunsten en Poppodium 013, waardoor unieke programmering werd toegevoegd aan de binnenstad en Tilburg creatieve smoel kreeg) en de afgelopen jaren echt momentum kreeg. Programma’s om de binnenstad compacter te krijgen, dwaalmilieus te creëren, te vergroenen, duizenden woningen toe te voegen in het centrumgebied, de zeer drukke autoring om de binnenstad om te vormen tot een eenbaans parkring (groen én parkeren met bovendien ruim baan voor voetgangers en fietsers), de ontwikkelingen rond de Piushaven en de transformatieplannen voor het stenige, doodse Koningsplein aan de rand van het centrum; het palet aan verbeteringen en investeringen is breed en rijk. En wat dacht je van de Spoorzone: in mijn studententijd een gebied dat letterlijk en figuurlijk afgesloten was van de rest van de stad en moet je nu eens kijken: een creatieve hotspot waar het goed eten, drinken, ontmoeten, werken en kruisbestuiven is. Lekker bezig, Tilburg!

Stadmaken is nooit klaar

Toch is niet alles halleluja wat je hoort. Hoeft ook niet natuurlijk. Van genoegzaam achterover leunen is nog nooit een stad beter geworden. Past bovendien ook helemaal niet bij Tilburg. Een stad van aanpakkers immers, een industriestad die zichzelf gecreëerd heeft. Zo rijst de vraag of Tilburg wel ver genoeg gaat met het compacter maken van de binnenstad. Is de doorbraak tussen Pieter Vreedeplein, via de Heuvelstraat richting de Emmapassage wel voldoende? Moet er niet meer gebeuren om de transitie van boodschappenstad naar ‘verblijfsstad’ te maken? Wellicht. Of allicht, misschien wel. Maar dat kun je aan het huidige Tilburg wel overlaten, heb ik het idee. Het DNA van de kruikenstad spreekt wat dat betreft boekdelen:

Sociaal x Experimenteel = Creatie

Dat is precies zoals Tilburg het doet en wat bij de stad past. En precies hoe de stad zich heel knap heeft gepositioneerd tussen haar buren, die in de kern, en zeker van oudsher, meer te bieden hadden. Een historisch stadshart bijvoorbeeld (Den Bosch en Breda) of een makersmentaliteit en economische power (Eindhoven). Inmiddels is Tilburg niet meer het lelijke eendje van de Brabantse stedenrij. Knap gedaan, Tilburg!

Stadmaken gaat niet vanzelf

En hoe zit het dan met die maakbaarheid van de binnenstad? Bestaat dat? Is een succesvolle binnenstad maakbaar? Of ontstaan aantrekkelijke binnensteden ‘vanzelf’, dankzij de onzichtbare hand van de marktwerking? Zoals zo vaak, is ook hier de wereld niet binair, maar fluïde. Ik geloof absoluut niet in een binnenstad die je op de tekentafel kunt uittekenen. Net zo min als ik geloof dat de markt alle problemen als vanzelf voor je oplost. Ik geloof dat je door samenwerking, visie en daadkracht die onzichtbare hand richting kunt geven. Dat je door experiment en lef en door partijen en mensen te betrekken die nu misschien wel geen plek of belang hebben in de binnenstad, vernieuwing kunt aanjagen. Daar zijn zowel een overheid als marktpartijen voor nodig die durven te experimenten en durven te investeren. Dan kunnen er mooie dingen ontstaan.

Als ik terugloop van de Tilburger binnenstad naar het kroepoekdak en de trein terug naar Utrecht neem, kan ik een gevoel van enthousiasme niet onderdrukken. Aaaah, Tilburg. Een stad die nogal vormend is geweest in mijn ontwikkeling en die me nu, op mijn 43e, opnieuw heeft verleid. Eigenlijk best een mooie stad…. En wat is er inmiddels veel te doen. Ook voor een jongvolwassene zoals ik!

Door Hans van Scheerdijk | Stadspartner Hans, kennispartner van DNWS.

Delen:

Bekijk ook

Als je afzet met je sterkste been kom je het verst

De Goudse binnenstad heeft ruim 500 ondernemers, waarvan een kleine 400 in het kernwinkelgebied. Iedereen is automatisch lid van de Samenwerkende Binnenstadsondernemers Gouda (SBG), waarin naast de ondernemers ook het vastgoed en de cultuur vertegenwoordigd zijn. Toch blijft het lastig om met alle collega’s een band te hebben.

Hoe aantrekkelijk zijn de pleinen in jouw centrumgebied?

Pleinen functioneren in veel gevallen als de ‘kloppende harten’ van onze samenleving. Maar hoe zorg je ervoor dat pleinen voldoende aantrekkelijk zijn? Daar is onderzoek naar gedaan!

Bewonersinitiatieven essentieel voor toekomstige winkelgebieden

Het traditionele winkelcentrum maakt plaats voor een meer dynamische plek, waar zich steeds vaker bewonersinitiatieven vestigen die toegevoegde waarde bieden. Wij spraken met Frodi Fransman (Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners) over de toenemende behoefte aan gemeenschap en voorbeelden in winkelgebieden.