De online meerwaarde van lokale winkels
Door: Michiel Vos (Zupr)
“Een bruisende winkelstraat is cruciaal voor de leefbaarheid in dorpen en steden.” Deze zin uit het regeerakkoord is een welkome en terechte constatering van het nieuwe kabinet. De grote vraag is echter wat er voor nodig is om onze winkelstraten bruisend te houden en welke rol online hierin speelt. Uit de aanzienlijke moeite die winkeliers, ondernemersverenigingen, centrummanagers, gemeenten en andere partijen op lokaal niveau hebben om hun winkelstraten vitaal te houden, blijkt helaas dat er geen eenvoudige antwoorden zijn.
Macht nu in handen van grote online spelers
Het was voor INretail reden om op 7 februari de petitie “De winkelstraat als publieke ruimte” te overhandigen aan de nieuwe minister van Economische Zaken, Micky Adriaansens. In dit visiedocument pleiten ze voor een landelijke en programmatische aanpak van de problematiek. Een van de drie speerpunten is de ontwikkeling van een eerlijker online speelveld voor de fysieke detailhandel. Wat bedoelt INretail hiermee, wat is er voor nodig en wat betekent het voor retailers en winkelstraten?
Allereerst stelt INretail vast dat de huidige online wereld vooral is gericht op thuisbezorging tegen een zo laag mogelijke prijs en wordt gedomineerd door een beperkt aantal machtige online partijen die landelijk of internationaal opereren. Fysieke winkels kunnen hier door hun hogere lasten en lokale karakter moeilijk mee concurreren. Ook op het verzenden van orders zijn veel winkels vaak niet ingericht. Daar komt nog bij dat de meeste winkeliers liever met klanten in de winkel bezig zijn dan met het runnen van een webshop. Wil een lokale winkelier dus effectief gebruik maken van online dan zal dit op een fundamenteel andere wijze moeten om de strijd met online spelers aan te kunnen gaan.
Besluit een winkelier toch online te verkopen, dan zorgt het alsmaar toenemende aantal webshops en platformen ervoor dat het steeds lastiger is om online gevonden te worden. Ook nemen online advertentietarieven door groeiende concurrentie alleen maar toe. De enige partijen die hier garen bij spinnen zijn zoekmachines en platformeigenaren die steeds meer verdienen aan de schaarse online zichtbaarheid via de kanalen die zij beheren. Een oplossing voor de problematiek zal dus niet snel uit deze hoek komen.
Aanbod lokale winkels online niet zichtbaar
Wat er moet gebeuren, is dat de voordelen en meerwaarde van fysieke winkels online beter tot hun recht komen. Uit het rapport Retail 2030 van INretail bleek al dat consumenten vaak de voorkeur hebben om een fysieke winkel te bezoeken. Bijvoorbeeld om advies in te winnen, een product uit te kunnen proberen of te passen en vervolgens direct af te rekenen en mee te kunnen nemen. Het probleem is echter dat wanneer consumenten online zoeken naar specifieke producten het aanbod van lokale winkels niet of nauwelijks wordt gevonden. Niet via zoekmachines, niet via platformen en ook niet via de websites van bijvoorbeeld merken. Zou dit wel het geval zijn, dan zou een aanzienlijk deel van de consumenten alsnog kiezen voor het bezoeken van een lokale winkel.
Eerlijk online speelveld
De enige manier om dit voor elkaar te krijgen, is door als retailsector te werken aan een online speelveld waar de nadruk ligt op de lokale beschikbaarheid van producten en de andere voordelen die fysieke winkels hebben ten opzichte van online spelers. Oftewel, een speelveld waar het juist de online partijen zijn die moeite zullen hebben er te concurreren met lokale, fysieke winkels.
Wat is de oplossing?
Hoe dit er in de praktijk uitziet, is het beste te illustreren aan de hand van een paar voorbeelden. Het begint met het in kaart brengen van het assortiment van winkels inclusief prijs en voorraad. Bij de ene winkel zal dit gemakkelijker gaan dan bij de andere. Vooral kleinere, zelfstandige winkels hebben hier vaak nog een digitaliseringsslag te maken en daar zal extra aandacht voor moeten zijn. In veel gevallen is echter een datakoppeling afdoende om vast te stellen wat er in een winkel aanwezig is. Hierbij is het van groot belang dat winkels werken met een gezamenlijk gedefinieerde landelijke datastandaard, zodat de data ook cross-sectoraal deelbaar is, en een gedeelde centrale productendatabase waar winkeliers aan refereren bij het doorgeven van hun assortiment. Dit laatste voorkomt duplicaten en zorgt dat per product kan worden opgevraagd bij welke winkels het verkrijgbaar is.
Deze data kan vervolgens op allerlei manier online worden ingezet zonder dat deze telkens opnieuw moet worden aangeleverd door de winkelier. Op basis van een en dezelfde online infrastructuur krijgen winkels elk hun eigen online winkelpagina die geoptimaliseerd is voor zoekmachines. Per winkelgebied kunnen collectieve online retailplatformen worden gelanceerd met het aanbod van de deelnemende winkels (bijvoorbeeld www.warenhuisgroningen.nl dat draait op de software van Zupr (www.zupr.io)). Merken kunnen opvragen in welke winkels hun producten worden verkocht en bezoekers op hun websites doorverwijzen naar lokale dealers. Landelijk kunnen specifieke branches, bijvoorbeeld voor boeken of speelgoed, het aanbod van fysieke winkels via een eigen online platform onder de aandacht van consumenten brengen. En zo zijn er legio andere mogelijkheden.
Grootste pluspunt van dit alles is, dat winkeliers controle krijgen (digitaal zelfbeschikkingsrecht) over de waarde die ze in de markt vertegenwoordigen en deze op eigen initiatief online kunnen inzetten richting de partijen waar ze zaken mee willen doen. Daarmee verkleint de afhankelijkheid van individuele webshops en online platforms, terwijl de online slagkracht van lokale winkels toeneemt waarmee we onze winkelstraten niet alleen laten bruisen maar ook een veel eerlijker toekomst geven
Zupr is kennispartner van DNWS. Lees hier meer over Zupr.