Liever die goede buur dan een verre vriend
Voor DNWS hebben Hogenboom & Griffioen de afgelopen maanden een onderzoek uitgevoerd naar de economische spin-off van culturele evenementen. De relatie tussen winkelstraten en musea is onverwacht veel actueler geworden dan bij de start van het onderzoek was te voorzien. Als het inderdaad zo is dat Nederlanders nog lange tijd minder ver zullen reizen voor een gezellige uitstap, dan is dit het moment om lokaal de krachten te bundelen, vertelt Jeanne Hogenboom.
”Kom op, trek je jas aan, pak je museumkaart…dan gaan we die nieuwe tentoonstelling bekijken en daarna nog wat winkelen en een terrasje pikken”.
We gaan weer naar musea en gezellige steden, dat zal er heus wel weer van komen. Misschien gaan we voorlopig niet meer zo ver weg als voor de coronacrisis, maar op pad willen we wel. Dan zou het zo maar kunnen dat we het aanbod van onze eigen regio meer gaan waarderen dan voorheen. En dat is precies wat winkeliers en musea hard nodig gaan hebben.
Voor DNWS hebben Hogenboom & Griffioen de afgelopen maanden een onderzoek uitgevoerd naar de economische spin-off van culturele evenementen. Wij namen steekproeven in ‘s-Hertogenbosch, Dordrecht en Emmen. De resultaten zullen in betere tijden breder worden gepresenteerd, maar de relatie tussen winkelstraten en musea is onverwacht veel actueler geworden dan we bij de start van het onderzoek konden voorzien.
Gebrek aan samenwerking
Een van de dingen die we ons afvroegen was of winkeliers en lokale musea samen optrekken. Dat blijkt maar zeer zelden het geval, helaas. Dat vind ik niet alleen jammer als kunsthistoricus die zo’n 25 jaar in de museumsector heeft gewerkt voor ik me met ontwikkeling van winkelstraten bezig ging houden. Het is vooral jammer omdat beide partijen hier echte kansen laten liggen. Hoe zit dat?
Uit het onderzoek bleek dat winkeliersverenigingen en musea elkaar slecht weten te vinden. Bij een grote manifestatie als het Jeroen Bosch herdenkingsjaar, bijvoorbeeld, waar toch de tentoonstelling in het Noordbrabants Museum centraal stond en citymarketing een hoofddoel was, bleek samenwerking met winkelstraten vooral een sluitstuk. Ook Dordtse winkeliers en het Dordrechts Museum werken niet samen, ondanks het sterke cultuurhistorische programma in de stad. Dat verbindingen wel mogelijk zijn bewijst de Rotterdamse Nieuwe Binnenweg waar H&G haar roots heeft. Samen met Museum Boijmans en vooral de Kunsthal zijn succesvolle acties georganiseerd op initiatief van de ondernemersvereniging. Er lijkt dus veel meer mogelijk, maar voelen winkeliers en musea de noodzaak?
Eigen broek ophouden
Tijdens het onderzoek voor DNWS kwam Museum De Lakenhal in Leiden in de pers: de museumdirecteur gaf aan geen giga tentoonstellingen meer te organiseren. Het museum heeft de capaciteit niet meer, geen personeel, geen fondsen. Veel gemeenten hebben hun musea verzelfstandigd vanuit de waan dat musea als een soort entertainmentcentrum hun eigen broek wel kunnen ophouden door kaartverkoop. Dan wordt vergeten dat musea maatschappelijke instituten zijn, die de formele taak hebben om het verleden te bewaren en onderzoeken. In Leiden werd het signaal afgegeven dat alleen de heel grote kunst(!)musea nog geld gaan verdienen en bezoekers vanuit het hele land of buitenland zullen trekken. Al die andere musea zullen kleinschaliger activiteiten ontwikkelen en zich meer op de eigen regio gaan richten om te overleven.
Economische spin-off
Focus op de regio zien we ook terug bij winkelstraten. Het zijn de aantrekkelijke compacte winkelgebieden, in grote of kleine steden, die overlevingskans hebben. Zij moeten voldoende bezoekers trekken om een gevarieerd kwaliteitsaanbod van winkels en horeca in stand te houden. De bedreigingen komen van alle kanten: grote winkelketens vallen om, de verschuiving naar internetverkopen neemt steeds meer toe, de groei van horeca loopt tegen haar grenzen aan, enzovoorts. DNWS en INretail publiceren er dagelijks over. Winkelgebieden zullen hun bestaansrecht actueel moeten houden door goede programmering en aantrekkelijk aanbod. Overigens mag dan van gemeenten worden verwacht dat er wordt geïnvesteerd in bijvoorbeeld mooie buitenruimte, sfeerverlichting en activiteitensubsidies. Uit ons onderzoek naar de economische spin-off van culturele evenementen zullen aanbevelingen voor winkelgebieden komen. Zoals: ”Zoek samenwerking met uw lokale museum en probeer creatieve combinaties te vinden”.
Coronavirus
En toen kwam het coronavirus. En raakte dit alles in een turbo versnelling. Winkels, horeca, musea, velen zijn dicht en we weten geen van allen hoe dit gaat eindigen. Maar één ding is zeker: elke onderneming of instelling die de crisis overleeft zal zich moeten bezinnen op de toekomst. Als het inderdaad zo is dat Nederlanders nog lange tijd minder ver zullen reizen voor een gezellige uitstap, dan is dit het moment om lokaal de krachten te bundelen. Opeens is de noodzaak er meer dan ooit voor musea, winkeliers en horeca om zich samen te richten op hun regio.
Hogenboom & Griffioen is een onderzoeks- en adviesbureau voor ontwikkeling van winkelgebieden. Anke Griffioen (filosoof en bestuurskundige) is eigenaar van schoenwinkels Caland/Schoen, Jeanne Hogenboom (kunsthistoricus) is daar medewerker. In 2013 won H&G de Van der Leeuwprijs voor pionierende gebiedsontwikkeling in Rotterdam.