Fiets loopt spaak in centrum  

Een typisch Nederlands beeld: tegen de wind in trappende fietsers. Bepakt en bezakt, met kinderen, boodschappen, huisdieren, rugzakken en tassen onder de snelbinders. Bijna driekwart van ons heeft minimaal één fiets. Daarop trappen we met z’n allen heel wat af: ruim 16 miljard reizigerskilometers per jaar. Gemiddeld rond de 3 kilometer per persoon per dag. Voor ons woon-werk verkeer. Als vorm van recreatie. Of om te winkelen, kinderen of boodschappen te vervoeren. Kortom: wij houden van de fiets. Fietsen geeft ons vrijheid. Het is gezond. Het biedt ons flexibiliteit, is efficiënter qua ruimtegebruik en goedkoop vergeleken met de auto en het openbaar vervoer. Niet verwonderlijk dat de fiets ons meest gebruikte vervoermiddel is voor korte, lokale verplaatsingen. Het succes van de fiets brengt echter ook nieuwe uitdagingen met zich mee. 

fietsen

Geen ongebreidelde groei 

We weten dat een mobiliteitssysteem met een groeiend gebruik van duurzame vervoerswijzen in verdichte, stedelijke omgevingen zorgt voor verbeterde leefbaarheid en minder risico’s voor gezondheid, veiligheid en ruimtebeslag. Het is echter onverstandig deze groei ongebreideld haar gang te laten gaan zonder oog voor ongewenste neveneffecten. Weliswaar bieden we de fiets de figuurlijke ruimte als duurzame keuze. Zowel rijdend als gestald. Maar dat mag niet tot extreme verrommeling van de openbare ruimte leiden en de kwaliteit van onze leefomgeving in de wielen rijden. Waren we voorheen vooral bezorgd over de verkeersveiligheid van fietsers, tegenwoordig trekken nieuwe ‘fietsuitdagingen’ onze aandacht. Iedereen kent het beeld van grote hoeveelheden, geparkeerde fietsen, op smalle stoepen of tegen gevels van winkels. We hebben allemaal ervaring met toenemende drukte op fietspaden, de opkomst van nieuwe en snellere fietsen, zoals e-bikes, bakfietsen, fatbikes en speedpedelecs. Samen banen we ons een weg over fietspaden en pleinen, door winkelstraten en langs terrassen. Uiteindelijk moeten we onze fiets echter ook ergens kwijt. 

Een goede basis 

In de basis dienen er voldoende fietsparkeervoorzieningen beschikbaar te zijn. Dit zijn echt niet altijd kostbare, ondergrondse stallingen. Fietsrekken, nietjes, gemarkeerde vakken, tijdelijke pop-up stallingen in leegstaande panden of op straat afgezette locaties met hekken tijdens markten of evenementen zijn ook voorbeelden van efficiënte en betaalbare fietsparkeeroplossingen. In principe mag je je fiets overal neerzetten, tenzij er een parkeerverbod geldt. Maar zomaar je fiets los in de openbare ruimte parkeren, voelt toch een beetje raar. Liever parkeren we onze fiets op een logische plek, zoals aan het begin van een centrum-, voetgangers- of uitgaansgebied. En vanzelfsprekend: vindbaar, bereikbaar, gebruiksvriendelijk en toegankelijk. Indien mogelijk, ook een beetje beveiligd. Des te beter aan deze basisvoorwaarden wordt voldaan, des te groter de kans dat we ons als fietsers laten sturen in ons parkeergedrag. 

Knelpunten in kaart 

Gezien het beeld dat we allemaal kennen van de vele fietsen, kris kras opgesteld in stations-, centra- en uitgaansgebieden, met op nabije afstand (vaak) gratis, bewaakte fietsenstallingen, doet vermoeden dat er meer aan de hand is. Zijn we voldoende bekend met het huidige gebruik van bestaande voorzieningen in onze centra? Welke worden wel of juist onvoldoende gebruikt en waarom? Zijn bepaalde stallingen overvol en andere te leeg? Hoe beleven bezoekers deze voorzieningen? Zijn er stallingen die voor bepaalde doelgroepen (ouderen of fietsers met volle tassen) minder toegankelijk zijn? Mogelijk is hun gebruiksgemak door kleine aanpassingen op te krikken als bekend is hoe deze stallingen worden beleefd. Daarom is het belangrijk eerst te inventariseren welke locaties dit betreft en wat de achterliggende oorzaken en belevingen zijn. Immers, als je niet precies weet wat de achterliggende oorzaken zijn van de verrommeling of ervaren overlast van geparkeerde fietsen, is het lastig gerichte maatregelen te treffen. 

Onderzoek biedt handvatten 

Het is objectiever en doeltreffender eenvoudige vormen van veldonderzoek in te zetten in plaats van af te gaan op onderbuikgevoelens en persoonlijke inschattingen. Tellingen en foto’s van ‘weesfietsen’ en buiten de rekken geparkeerde fietsen bieden dat inzicht wel. Net als een inventarisatie van het gebruik van bestaande voorzieningen. Vergeet de fietser zelf ook niet: beknopte straatenquêtes maken de beweegredenen inzichtelijk over waarom mensen hun fiets op een bepaalde locatie achter laten. Op basis van deze praktische data kan er een overkoepelend, positief beeld geformuleerd worden over het belang van de fietser voor onze centra. Kennis over fietsgedrag, wensen en beleving van voorzieningen helpt te ontdekken welk samenspel van ondersteunende, faciliterende en mitigerende maatregelen nodig is. Als centrumgebieden weten hoe zij haar fietsers en de groei van ons fietsgebruik zo goed mogelijk kunnen faciliteren, wordt het eenvoudiger om behoeftes van onze fietsers optimaal af te stemmen op het gewenste (parkeer)gedrag en de aanwezige en benodigde typen fietsparkeervoorzieningen. Dit zijn de concrete handvatten die onze centrumgebieden helpen om heel gericht ongewenste effecten van het groeiend fietsgebruik in goede banen te leiden. 

Geleid fietsgebruik maakt leefbaar en vitaal 

Natuurlijk hoeft de geparkeerde fiets niet uit het straatbeeld te verdwijnen. Groepjes fietsen dragen immers ook bij aan het gevoel van reuring, levendigheid en gezellige drukte. De fiets hoort bij ons straatbeeld. Daarnaast heeft de fietsende bezoeker een steeds grotere rol in de kwaliteit van centrumgebieden bijvoorbeeld als doelgroep van maatschappelijke-, culturele-, horeca- en retailondernemingen. Zowel in economische zin als qua leefbaarheid: de fietser is van essentieel belang voor een bruisend centrum.  

De ervaren ‘reuring’ van geparkeerde fietsen kan zich echter ontwikkelen tot iets dat wij betitelen als ‘overlast’. Bijvoorbeeld wanneer er dusdanig veel fietsen kris kras zijn geparkeerd dat het de leefbaarheid in onze binnensteden negatief beïnvloedt. Dat willen we liever voorkomen. Waar dat omslagpunt precies ligt, waar de ‘gezellige’ beleving van gestalde fietsen over gaat in de beleving van overlast, is te onderzoeken. Niet om de groei van onze fietsmobiliteit te beteugelen. Integendeel: juist om de groei van het fietsgebruik onderbouwd en gericht te geleiden ten gunste van de leefbaarheid, de economische vitaliteit en verblijfskwaliteit van onze centrumgebieden. Om te voorkomen dat het spaak loopt met onze fietsers in het centrum. 

Deze blog is geschreven door Madelon Schreuders van Goudappel.
Goudappel is kennispartner van DNWS.

Delen:

Bekijk ook

Sla je slag met het Koopstromenonderzoek

Eind februari kwam het Koopstromenonderzoek Oost Nederland uit. Wij merken dat niet iedereen het Koopstromenonderzoek kent en er gebruik van maakt. Wat is het? En hoe kan je je slag hiermee slaan?

Meer waarde aan ruimte

De Roelofs Groep is sinds kort kennispartner van DNWS. Onze expertise ligt onder andere op het terrein van gebiedsontwikkeling, mobiliteit, water, energie en grondstoffen. Roelofs beheert het totale traject van een project en heeft meerdere succesvolle centrumprojecten uitgevoerd: van gebiedsontwikkeling, advies en ontwerp, tot realisatie, beheer en onderhoud.

Terugblik Week van het Centrumgebied

De Week van het Centrumgebied was een succes! Van 5 t/m 8 februari kregen deelnemers en kennispartners tijdens 11 online sessies volop inspiratie en praktische tips over thema’s die spelen in centrumgebieden. Deelnemers en kennispartners kunnen de presentaties terugzien op Chainels.